Modem staat voor modulator/demodulator. Met een modem kunnen informatiesignalen geschikt gemaakt worden om over een kanaal te transporteren. De modulator ‘moduleert’ het digitale signaal van je ethernet op een manier dat dit over een ander ‘medium’ kan. De demodulator keert dit proces om: maakt weer een digitaal signaal van. Een modem is dus het kastje tussen de binnenkomende lijn waar nog geen digitaal signaal is (telefoon, ADSL, ISDN, kabel, satelliet) en de computer die via ethernet een digitaal signaal verwacht.
Tegenwoordig gaat het meestal om digitale informatie die over een analoge telefoonlijn, een andere kabelverbinding, of draadloos wordt verstuurd. Meestal betreft het een dataverbinding tussen computers. Maar ook op het gebied van radioverkeer worden modems gebruikt. Hier zorgt een modem ervoor dat de informatie geschikt gemaakt wordt om via een draadloze verbinding te worden overgebracht.
Bij ADSL kunt u kiezen uit de volgende soorten modems:
USB modem: eenvoudige installatie, geschikt voor een gewone (=analoge of PSTN) telefoon lijn (dus niet voor ISDN) n.b.: niet meer verkrijgbaar.
Ethernet modem: (hiervoor moet een ethernetkaart geïnstalleerd zijn in computer): geschikt voor een analoge lijn.
Ethernet modem voor ISDN: (hiervoor moet ethernetkaart geïnstalleerd zijn in computer): geschikt voor een ISDN lijn.
Multi-PC modem: om meerdere computers, laptops, printers aan elkaar te koppelen (standaard 4 apparaten op 1 ADSL aansluiting via een analoge lijn).
Multi-PC modem voor ISDN: om meerdere computers, laptops, printers aan elkaar te koppelen (standaard 4 apparaten op 1 ADSL aansluiting via een ISDN lijn).
Wireless modem: voor draadloos internetten, geschikt voor een analoge telefoonlijn én ISDN.